NAV wonder(en)

Er zijn maar weinig dingen waar Y en ik even goed in zijn, of elkaar beurtelings overtreffen.
Met stip op 1 staat het totale onvermogen tot navigeren!
De uitvinding van navigatie in de auto heeft geen soelaas gebracht, integendeel; ons wantrouwen in dat stukje techniek is te groot om ervan te profiteren.
Let wel: die achterdocht (waarin we elkaar wél vinden) heeft niets te maken met de functionaliteit van het apparaat! Waar een ieder zich zonder meer verlaat op de perfecte route in beeld en geluid, betwijfelen wij elke aanwijzing!
We versterken elkaar in ons onvermogen en vechten menig meningsverschil over de route al rijdend uit, waarmee het bereiken van de bestemming altijd langer duurt.

Onze ‘NAV-oorlog’ bereikte onlangs een hoogtepunt. We hadden besloten om eens niet naar Texel te gaan (wat we blind kunnen vinden), maar mét caravan af te reizen naar Zuid-Limburg!!

Soort navigatie
Het prettigst is een groot, vast scherm waarop we beiden kunnen zien waar de discussiepunten liggen.
Nadeel van zo’n geavanceerd systeem zijn de uitgebreide mogelijkheden, zoals alternatieve routes in geval van file!
De chaos is compleet als we ons ineens in vage woonwijken bevinden, waar je ook nog eens moet letten op onvoorspelbare scootmobielers, slingerende fietsers, overstekend grut of viervoeters en verkeer van rechts met voorrang. Voeg daarbij de eenheidsworst-bebouwing en we zijn het eens: “Kut-nav!”

Op onze tocht naar Limburg zijn we gedoemd tot routebegeleiding op de telefoon.
En met Y’s onwankelbare vertrouwen in z’n (oud model met een belachelijk klein scherm) iPhone, is gebruik van mijn Samsung een no-go.
Het zou wijs zijn als we tevoren afspreken wie rijdt en wie navigeert, maar de praktijk is dat we al rijdend de rollen verdelen en van plek wisselen, al naargelang de tegenvallende resultaten.
Bij gebrek aan een degelijke houder voor de telefoon, bungelt ie in een ongeschikt vakje of houdt de bijrijder (van dat moment) hem in de hand.
Bijkomend verontrustend feitje: het wantrouwen van de chauffeur in de navigatie-skills van de bijrijder is áltijd groter dan het wantrouwen in Tomtom.  


Afstand inschatten
“Over 800 meter rechtsaf slaan!” Zo’n aanwijzing geeft ruimte om nog even ontspannen achterover te leunen.
Plots is het nog maar 200 meter en rijst de vraag, welke van de drie afslagen op 200 meter ligt??
Bij 60 meter nemen we een drastische beslissing en slaan af!! Om er na 100 meter achter te komen dat we te vroeg waren! Na 3 achtjes door een woonwijk, waarbij de caravan vrolijk meestuitert over alle drempels, zijn we terug bij af en kunnen we onze fout herstellen.
Heel soms werkt het ook op onze lachspieren, wanneer we als volleerde truckers onze ‘combinatie’ op het laatste moment de juiste afslag inslingeren!
Met een high five vieren we ons succesmomentje!!

Topografische kennis
Niet gehinderd door enige topografische kennis en met het steevast ontbreken van een goede wegenkaart, is het vlot bereiken van onze bestemming sowieso gedoemd te mislukken.
En in al die jaren is er weinig veranderd; ooit kachelden we al zoekend over de Autobahn in der Heimat. Op mijn vraag op welke grotere Duitse plaats we ons in godsnaam moesten richten in onze (zoek)tocht naar de grens bij Arnhem, antwoordde Y: “Tussen Aken en Bonn door!”…

Onbevangen genietend van de prachtige omgeving in zuidelijk Limburg, toeren we wat rond en steken hier en daar aan. Je waant je in het buitenland met die vergezichten over het dal. Plots komen we erachter dat we in België zitten.
Geen punt! Y pakt z’n mobiel en start de routeplanner op. Geen internet, dus geen routeplanner!!
Omdat het navigeren betreft, is ons niveau van (logisch na)denken tot bijna 0 gedaald. Hoe voorkomen we, dat we blindelings steeds maar verder België insukkelen?? Terwijl ik lukraak allerlei weggetjes insla, staart Y onafgebroken op z’n mobiel om te kijken of we al weer bereik hebben…

Eindelijk terug op de camping en met vrienden genietend van een goed glas wijn, omschrijven wij schoorvoetend onze ongeplande sightseeing toer in België.
Er worden nogal wat inventieve oplossingen aangedragen om zonder navigatie en internet de juiste weg te vinden, zelfs als je geen Frans spreekt…

Jeanette

Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook

Fantasie

Mijn fantasie speelt mij regelmatig parten. Niet in de laatste plaats bij mijn angst in donker. “Wat niet weet, wat niet deert”, geldt voor mij dus niet.
Oog in oog staan met ‘gevaar’ geeft me keuze; bevriezen, vluchten of vechten. Maar in donker staat ‘gevaar’ al met 1 – 0 voor!
Het is niet het donker, het is mijn fantasie die de pin uit de angstgranaat haalt!! — die overigens zelden ontploft —
Mijn fantasie staat altijd aan, ook overdag. Apen en beren begeven zich 24/7 op pad!
Én… hoe ouder, hoe rijker (de fantasie…)!!
Maar de nacht geeft meer tijd! Tijd voor verhalen.

Eén van de eerste keren dat we op Texel kamperen. Pal naast een schapenwei. Prachtig groen, met grote en kleine witte wolwolken. De lammeren zijn pasgeboren en houden ma schaap goed in de gaten. Dat geldt ook voor haar. Het gemekker klinkt de hele dag, want herkennen van elkaars stem is cruciaal!!
Lig op bed in de caravan. Diep in de nacht klinkt het klaaglijk gemekker van een lam! Kan het niet negeren, het blijft doorgaan! Het eerste beeld vormt zich al: lam is ma kwijt en doolt angstig rond in het donker. Langzaam dringt de paniek door in zijn langgerekte roep om antwoord. Heel even denk ik ma te horen, die slaperig terugpruttelt, maar geen actie onderneemt!
Ik weet het zeker! Lam heeft zich in de nesten gewerkt en ziet geen kans terug te keren in de kudde!!
Móet wel ingrijpen om erger, zoals verdrinking, te voorkomen!
Gewapend met zaklamp en hond (tegen échte gevaren in donker) loop ik naar de schapenwei, alwaar de rust totaal is en het hulpgeroep verstomd.

Thuis, nacht. Hoor een kat miauwen en hevig geritsel. Dit is geen gemauw van rivalen, wat met krijsende uithalen gepaard gaat.
Dit is gemauw van een kat in het nauw!
Balancerend over de pergola en worstelend door de druivenranken heeft ze zich vastgelopen. In een ultieme poging het vege lijf te redden, wil ze naar beneden springen, maar blijft met één poot vastzitten in de wirwar van takken. Tevergeefs probeert ze al bungelend houvast te krijgen!
Er wacht haar een langzame en uiterst pijnlijke dood!
Een erbarmelijke roep om hulp is haar laatste redmiddel!
Probeer Y te mobiliseren als reddende engel, maar dat heb ik al te vaak gedaan…
Met zaklamp en zonder hond naar buiten. Zodra ik buiten kom, schiet er een kat weg, racet onder de schuttingdeur door en is verdwenen.
Evenals het gemauw van een kat in het nauw…

Vannacht. Word wakker van een serie onzekere, korte blafjes van een hond.
Zo te horen een middelmaatje. Met tussenpozen van een kwartiertje herhaalt het beestje zijn geblaf. Het klinkt als waarschuwing, soms wat onzeker.
Scan de mogelijke aanleidingen:

– vastgebonden en achtergelaten
– per ongeluk buitengesloten
– naast z’n baasje(onwel geworden, te water geraakt of beide), roepend om hulp
– hopend op antwoord van een loopse lief

Mijn fantasie gaat nimmer uit van de meest logische verklaring: dat het beest wellicht uit verveling de omgeving uit de slaap probeert te houden.

Of zoals bij een slingerende vrachtwagen: chauffeur in ademnood als allergische reactie op een wespensteek, in plaats van een appende imbeciel
Dronkenmansgebrul in de nacht: wachtend op het schot, wat een einde maakt aan een jong leven, in plaats van bezopen sukkels die zich eindelijk durven laten horen
Hevig piepende autoremmen: gevolgd door het onvermijdelijke gekraak van blik wat zich om een boom vouwt, in plaats van alert handelen bij plots overstekend wild
Een onbewaakte overweg: stroomstoring, in plaats van simpelweg geen trein

Een fantasierijke geest is geweldig, maar nuchter verstand om het te stroomlijnen onontbeerlijk!!

Jeanette

Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook

Leuker kunnen we het niet maken…

Als je (wat) ouder wordt en de kans op uitval voor korte of langere tijd (onverhoopt zelfs definitief) toeneemt, is grondige overdracht van (tijdelijke) taken noodzakelijk! Dat betreft niet de dagelijkse huishoudelijke sores,
— daarin gun ik een ieder van harte álle ruimte om dat naar eigen inzicht in te vullen! — maar onder andere mijn boekhoudtaken voor het bedrijf.


Niet begenadigd met cijfermatig inzicht en sinds kort gediagnostiseerd (by myself) met een ernstige vorm van dyscalculie, vereist het voeren van de boekhouding een grote mate van creativiteit, een goed geheugen en het op de komma uitschrijven van alle nodige handelingen.
Gelukkig begreep onze accountant mijn onvermogen om debet en credit in de juiste vorm gestalte te geven, wist hij desastreuze fouten te voorkomen en jaarlijks keurige rapporten af te leveren op basis van mijn gegevens!

Inmiddels heb ik een soort boekhoudbijbel voor mezelf, waarin ik naast huis-tuin-en-keuken tips, alle voorkomende bijzondere boekingen heb genoteerd. Het lijvige boekwerk is niet direct handig als leerstof voor mijn opvolger; mijn redenatie is voor een ander niet te snappen.
Ik noteer elke stap omdat ik de logica erachter niet zie. Niet gehinderd door dyscalculie is het lezen van al die uitgeschreven regels omslachtig, onnodig én lachwekkend!

Volgens mij sta ik als ‘boekhouder met dyscalculie’ op eenzame hoogte. Ooit van een collega-lijder gehoord, maar toen ik haar confronteerde met onze verbindende factor van dit bijzondere fenomeen, was ze meer dan beledigd! Duidelijk; ze had haar gebrek nog niet geaccepteerd en zat niet te wachten op tips van een ervaringsdeskundige!
Y heeft mijn gebrek altijd liefdevol aanvaard — wellicht droeg het feit dat ik weinig financiële eisen stelde daaraan bij… —
En natuurlijk maken al mijn overige talenten als ‘vliegende kiep’ veel goed.

Tijden veranderen
Was communicatie met de overheid altijd een kwestie van een briefje, telefoontje of (later) zelfs een mailtje, tegenwoordig moet je herkent worden als bedrijf. Dat gaat via (hoe leuk) eHerkenning.
Uitvogelen hoe je dat aanvraagt en gebruikt vind ik dan weer een heerlijke uitdaging.
Niet gestoord door mijn gebrek aan cijfermatig inzicht, kon ik mij slechts verwonderen over de ONGELOOFLIJKE en onnodig ingewikkelde procedure, waarbij de helpdesk regelmatig achterbleef bij mijn ontwikkeling in deze.
Het is totaal niet moeilijk, maar zo idioot gebruiksonvriendelijk en tenenkrommend onwerkbaar, dat een bovenmenselijke dosis geduld een eerste vereiste is om niet gillend gek te worden.
Waar wij allang aan onze verplichting van eHerkenning hadden voldaan, bleef de overheid tragisch achter en moesten wij teruggrijpen op vooroorlogse communicatiemiddelen.

eHerkenning dateert van 2009 en pas dit jaar (2022) zijn alle bedrijven verplicht om bijvoorbeeld hun belastingaangifte via dit middel in te dienen! De belastingdienst liep ook hierin jarenlang achter…
En ineens komt mijn schrijfdrift goed van pas! Aangifte per kwartaal is leuk; nadeel is dat je de procedure via eHerkenning telkens opnieuw moet uitvinden. — op mijn leeftijd weet je er na 3 maanden écht geen zak meer van —
Dus heb ik elke stap zorgvuldig uitgeschreven. Wellicht overdreven, maar in tegenstelling tot mijn ‘bijbel’, wordt van deze aantekeningen dankbaar gebruik gemaakt!
Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid!!

greep uit mijn ‘helpdesk-on-paper’

Jeanette

Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook

Real time!!

Heb het gat in de markt gevonden hoor: een kookboek, gebaseerd op de werkelijkheid!
Vele ervaringen geleden vielen twee tv (koks) persoonlijkheden al door mijn culinaire mandje, te weten Janny van der Heyden en Yvette van Boven.
Als duo presenteerden ze een menu wat íedereen kon maken.
Opgetogen togen ze met een boodschappenmandje op pad om alle ingrediënten even lekker vers te halen.

Ingrediënten die íedereen om de hoek kan kopen!
Korte tijd later was hun mandje rijk gevuld…

op de Albert Cuyp…

Flabbergasted constateerde ik, dat ik voor hetzelfde mandje ingrediënten, minstens zestig kilometer gemotoriseerd (en snel) zou moeten afleggen, om het gerecht dezelfde dag op tafel te krijgen. (net als het merendeel van de hobbykoks in ons kleine landje)
Exit Janny en Yvette

Sindsdien zijn er vele keukencelebs van mijn lijstje geschrapt.
Naast onmogelijke ingrediënten, heb je pannen nodig die in een normaal keukenkastje schitteren door afwezigheid, (wok)branders die niet misstaan in restaurant- of instellingskeuken en spatels, vorken, messen, spiesen, blenders en hakkers die bol.com te boven gaan.

En dan laat ik nog even in het midden hoe lang de immens populaire en veelgeprezen dames en heren spijsbereiders denken dat de gemiddelde huis-tuin-en-keuken-prinses nodig heeft om het gerecht op tafel te krijgen…

Dus in mijn kookboek begint de kookwekker te lopen op het moment dat de mis en place aanvangt. Het wassen, snijden, hakken, pureren, sauteren, blancheren, marineren etc. neemt naast garen, afbakken, opmaken en opdienen, de meeste tijd.
Het wordt dus een soort ‘real time’ kookboek! Dat verdient elke hobbykok!
Niks frusterender (en ontmoedigender) dan licht panikerend, roodhoofdig en zwetend boven de pannen hangen in de wetenschap dat de beloofde kooktijd al met anderhalf uur is overschreden en de gasten alle bijpassende wijnen al hebben geprobeerd om het knagende hongergevoel te stillen.

Vorige week nog passeerde een heerlijk lunchgerechtje, waarvoor ik alles in huis had. Supersimpel en snel: tortilla muffins. 20 minuten + 25 minuten oventijd (hoe eerlijk!)
Bekleed de muffinvorm met tortilla, kluts wat eieren, speur in je koelkast naar wat restgroente en vers kruid. Rasp wat kaas en hoppa, in de oven.


Wel… probeer eens redelijk droog en stug tortilladeeg in een muffin vormpje te krijgen…


Drie kwartier later waren de vormpjes min of meer bekleed en het ei wat ik erin goot grotendeels ónder het deeg verdwenen. Woest en verhit raspte ik de kaas erover en flikkerde het geheel in de oven.

Toen ik (eindelijk) opdiende kreeg ik louter complimenten over het heerlijke lunchhapje, de schatten!!

Jeanette

Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook

Ruimte (in)zicht…

Er zijn van die typische momentjes dat ik denk wat meer inzicht te krijgen in mezelf (…)
Thuiskomen na een caravan vakantie is daar een voorbeeld van.
Je verruilt zo’n 20m² (waarvan de helft ten tijden van kou niet voldoende kan worden verwarmd en in de zon verstikkende temperaturen bereikt) voor een veelvoud en daar wringt het altijd die eerste dagen!
Die áfstanden van en naar alles doen me beseffen dat het huis véél te groot is!

In de caravan leef je half buiten. Deels noodgedwongen, omdat een hele dag ín je caravan zitten je gevoel van claustrofobie al snel aanwakkert, maar voor een groot deel omdat dat juist de charme van kamperen is: dicht bij ‘de natuur’!
Bij anderhalve zonnestraal, zit je al buiten met je bakje koffie (weliswaar in survival-bij-extreme-kou-outfit) en bedenkt tevreden zuchtend dat je dit, bij een temperatuur van 12°C, thuis echt niet in je hoofd zou halen.
— hóór de diehards zeggen dat je de echte kampeerbeleving enkel in een tent ervaart, maar mijn grens van ‘afzien’ ligt duidelijk hoger —

En dan dat heerlijke ‘alles onder handbereik’: overzicht, structuur en rust.
Ooit was mijn credo: “Ruimte heb je nooit teveel!”
Toen was ik me nog niet bewust, dat ik het teveel eraan vooral gebruik om chaos te verbergen. Voet ertegen en de deur dicht. “Opgeruimd staat netjes!”…
Het schrille contrast met de ieniemienie caravankastjes waar je stouwt wat nodig is, wordt ieder jaar groter. Moet zelfs toegeven dat een strenge selectie nog extra plek oplevert!
Ben dus (weer…) op zoek naar evenwicht tussen ruimte en woongenot. In ieder geval in m’n hoofd, want mijn fantasie is ruimteloos!

Wellicht een knus Tiny housje? Maar die trap naar een tweepersoonsbed onder de ‘nok’, is op zich al opstakelig en de ‘slaapkamer’ claustrofobisch laag.
Dus ‘gelijkvloers’ is aantrekkelijk, maar klinkt oubollig bestendig!
Want je wilt natuurlijk tot je 96
ste lenig en flitsend de trap op- en afvliegen, liefst met losse handjes!
Ik word nu al doodgegooid met aanbiedingen van trapliften, sta-op fauteuils, doodskisten en/of hippe urnen, dat ik er wel voor waak om in alle rust woon-in-evenwicht mogelijkheden op internet uit te pluizen.

Het klinkt leuk allemaal, maar misschien is het wijs om te beginnen met
op-ruimen in de breedste zin van het woord. Terugbrengen naar wat ik werkelijk nodig heb en kijken in welke (woon)ruimte dat zou passen.
En als ik het even niet meer weet, is een weekje caravan genoeg!

Jeanette

Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook

Sstilte…

Soms denk ik niet te weten wat stilte is.
Is het de rustgevende pauze in een gesprek van mens tot mens?
Maar waarom worden velen daar dan zo onrustig van?
Is het op een plek staan, waar menselijke geluiden niet reiken?
En waar vind je dat in Nederland?
Is het niks horen, omdat doppen in je oren álle geluid weren?
Of stoort dan het geruis van bloed of het (on)rustig kloppen van je hart?
Zijn het je ‘in-ears’, waarmee je je hoofd vult met enkel muziek?
Kun je stilte vinden in geluid?

Soms vind ik het fijn, dat geroezemoes van anderen te horen.
Lig op het strand, m’n kont en schouderbladen comfortabel in passende kuiltjes gewroet en m’n hoofd op een samengevouwen handdoek.
Ik sluit m’n ogen en hoor alles.
Het af en aan ruisen van het zeewater, de wind, de krijsende meeuwen, een vissersboot die van ver z’n motorgeluid kustwaards stuurt, het geklets van mensen en het enthousiaste joelen van kinderen.
Alles komt samen, in een soort hypnotiserende brei van geluid.
— slechts storend als het zou verstommen —

Fiets door een Texels bos. Alleen.
Het is later in de avond en iedereen lijkt buisgekluisterd.
Ineens hoor ik het, de stilte!
Het gevelgerommel van de bonte specht, het driftige graven van de merel in blad en mos, de koekoek (altijd te ver en daardoor magisch), windgeruis door de takken en het rammeltje van mijn eigen fiets, net te zacht om te storen.
En vol, vól volume de zomeravondzang van de vogels.
De stralen van de zakkende zon gefilterd door de bladertakken; bijna het geluid van groen.

Fiets het bos uit en het geluid verandert mee: open, wijder, dragender.
Even voeren kikkers luidkeels de boventoon, tot ik verder trap.
Fiets het bos weer in,

waar het licht zich even eerder klaarmaakt voor de schemer.
Het is zo mooi, deze stilte!

Wanneer je hoort wat de natuur te zeggen heeft,
kun je slechts luisteren en zwijgen!

Nu weet ik (weer) wat stilte is…
echte stilte zit in je hoofd…
als je ‘stil’ bent en heel goed luistert!

Jeanette

Delen is lief! Makkelijk via onderstaande links of faceboook

Fijn aan de flexilijn…

Een flexilijn voor je hond is makkelijk en je ziet ze heel erg veel.
Voor de hondennono’s: een flexilijn is een apparaatje met een opgerolde hondenriem erin.
Er zit een schuifje op met 3 standen: 1 is ‘vrij’ stand, je hond ‘trekt’ dan de lijn uit het apparaat tot jij het schuifje op 2, de ‘rem’ zet en 3 is ‘inhaleuh’!
Zo’n flexilijn kan ideaal zijn, zeker wanneer je om wat voor reden je hond niet los kunt laten lopen.
Kun je hem in alle ‘vrijheid’ lekker laten snuffelen en rondstruinen.
Een flexilijn kun je in verschillende lengtes kopen, tot wel 15 meter lang! Als je je hond roept en hij komt onmiddellijk naar je toe gerend, zet je standje 3 in en de lijn rolt keurig in het apparaat.
Geen wonder dat de flexilijn aan populariteit wint.

Vraag me af hoe het gaat met een Chihuahua aan een flexilijn. Ten eerste moet het hondje enig gewicht in de strijd gooien om de lijn uit te trekken. Met een stevige bries op de kont zal dit wellicht zonder hulp lukken, maar in de praktijk zul je zelf eerst de hele lijn moeten uitrollen, voor je Chihuahua het commando “Vrij!” geeft, waarna hij naar hartenlust rond mag rennen binnen de lengte van de lijn. Groot voordeel van zo’n ieniemienie aan een flexilijn is, dat je hem bij dreigend gevaar (zoals monsters van rottweilers, herders of erger, ‘vechthonden’), met één druk op knop 3 tot binnen handbereik kunt laten vliegen!
En daarmee buiten bereik van op Chihuahua’s beluste honden!!
Nadeel is, dat een wapperende Chihuahua een te leuke prooi wordt om achteraan te jagen!

Praktijk is, dat er veel honden aan een flexilijn lopen omdat het een perfect excuus zou zijn om niet naar de hondenschool te hoeven. Het gevoel van ‘volledige controle’ is sterk.
Bovendien kun je met één hand het schuifje regelen, zodat je de andere vrij hebt om je mobiel te bedienen.
Het is zo vermakelijk te zien hoe het commando “Hier!” wordt vertaald naar het binnenhengelen van de hond, als hij op 15 meter afstand de boel op stelten zet:
Stand 2 is stap 1 om te voorkomen dat hij nog verder afdwaalt naar waar je hem niet wilt hebben. Vervolgens sleur je je hond een eindje terug waarbij je tegelijkertijd stand 3 gebruikt, waardoor de lijn een stukje korter wordt. Herhaal deze stappen tot de hond naast je staat.
Dit alles vereist oefening, kracht, doorzettingsvermogen en énige welwillendheid van je hond!
En een dosis geluk, want een lantaarnpaal of enig ander obstakel kan het hele proces doen falen.

Vermakelijk, zolang niemand in gevaar is! Want als het mis gaat, is controle over de situatie ver te zoeken!
We rijden de camping af met de auto en moeten daarvoor een onoverzichtelijke bocht nemen. Het is altijd weer een verrassing wat er aan tegenliggers komt.

Als bijrijder zit ik wat uit het raam te staren.
 “Stop!!!” schreeuw ik en gelukkig reageert Y metéén! We staan stil en 30 centimeter voor het rechtervoorwiel staat een Teckel blij te kwispelen aan z’n flexilijn. Het duurt even voordat het baasje de bocht om komt, de situatie overziet en gelijk een halve hartverzakking krijgt!!
Hoewel ik de neiging heb om vreselijk tegen dat mens tekeer te gaan (reactie op míjn hartverzakking) ben ik blij dat we teckelmans niet uit het bandenprofiel hoeven te pulken…
Toch fijn, zo’n flexilijn…

Jeanette

Gaten…

Ik relativeer de gaten in m’n geheugen. “Had ik ook toen ik dertig was…”
Beter. Stel dat ik over beginnende alzheimer panikeer bij ieder ‘gat’.
Had ik dat schrikbeeld vanaf m’n dertigste met me meegenomen. En, als het daadwerkelijk zo vroeg z’n intrede zou hebben gedaan, zat ik hier nu geen blog te schrijven.
Maar toch, ik herken de slinkse manier waarop ik naar m’n gaten kijk en ze in een luchtig daglicht plaats! Mijn moeder kon zonder aarzelen háár gaten zó redelijk verklaren, dat ik dacht dat ík het mis had! Groot verschil is dat zij dat deed toen ze twintig jaar ouder was dan ik nu…

Mijn chaoot zijn helpt ook niet. Dacht passend tevreden een laisser faire stijl te leven, maar het ontbreken van structuur (en het verbergen daarvan) zorgt voor kamertjes vol zooi, waarvan ik de deur stevig dicht heb getrokken. En niet alleen in m’n hoofd…
“Een opgeruimd huis is een opgeruimd hoofd!” schetteren de damesbladen in aanloop naar talloze therapieën die ‘mind’ en ‘home’ samenbrengen. Mijn hekel aan huishouden staat een objectieve beoordeling van mijn ‘state of mind’ in de weg! Of is gewoon een excuus om de boel de boel te laten!

Terug naar alledag, want ik heb nog geen mindfulle poging gedaan enige harmonie te brengen in de chaos. Waar ik het meest tegen aanloop zijn namen die, na de eerste seconde dat ik ze hoor, in een zwart gat verdwijnen en niet meer boven komen. — was ook al zo op m’n dertigste trouwens —
Natuurlijk inmiddels diverse slinkse technieken ontwikkeld om erachter te komen; “Dank je Mam!”
Maar het blijft (te) vaak pijnlijk stil, als ik uit alle macht in mijn zwarte gat naar de juiste naam roer!!

Hoe sukkelig ben je dan, als je járenlang terugkomt op dezelfde camping??
En dus vaak dezelfde mensen tegenkomt. Vooral de ‘randfiguren’(af en toe een praatje vanachter het windscherm) vormen het probleem; helemaal als ze niet als ‘paar’ komen beppen. Vooral mannen alleen roemen hun partner bij naam (waarvan akte!!), maar houden die van zichzelf angstvallig geheim!

Er lopen hier op de camping talloze figuren rond die ik heb ‘benoemd naar omschrijving’. Omdat ze lijken op iemand die ik ken, vanwege ‘silly walks’, haardracht, kleding, schoeisel, tics en, niet te vergeten, hun huisdier (RollmopsBeagle of TerribleTeckel)
En eindelijk een ‘Keep-notities’ aangemaakt in mijn telefoon: “Texel-camping-lui-with-no-name”.
Moet alleen, om e.e.a. helder te houden, niet vergeten hun werkelijke naam te koppelen aan mijn omschrijving.

Heb even teruggebladerd in mijn MP archief: inmiddels is mijn geheugen al meer dan tien keer een rode draad in mijn blog geweest… Moest ik trouwens ook opzoeken…

Jeanette

PS Voor wie het nog niet weet: volgende week zondag heb ik examen!
De ultieme test of er überhaupt iets van wat ik erin probeer te stampen, (lang genoeg) blijft hangen!

Uithuilen en opnieuw beginnen…

Heb een soort haat-liefde verhouding met de kauwtjes in onze tuin.
Of eigenlijk meer een liefde-haat verhouding; ze zijn zo grappig, ze zijn zo slim, mooi en zo lief voor hun lief, waaraan ze een leven lang trouw blijven!!
Vrijende kauwtjes zijn een lust voor het oog. Ze kroelen, pluizen, kussen en aaien elkaar.
— zie nooit wie van de twee het meest hartstochtelijk is, want volgens mij zijn er geen specifieke gender verschillen tussen man-en-vrouw-kauw —

De kauw is een zangvogel… en familie van de kraai. Het zal deze ‘zangeigenschap’ zijn, die mij niet zo bekoort. Zolang ze als paartje een beetje tegen elkaar zitten te jeuzelen, klinkt het gezellig en kan ik het gesprek bijna volgen. Maar wee, als er ongevraagd wat familie neerstrijkt naast het paar!!
Het getetter is niet van de lucht en klinkt allerminst vriendelijk!
Zie Romeo driftig over de nok van het dak hippen, naar de ongenode gasten: “WTF doen jullie hier??”
De gasten, een beetje overdonderd, deinzen wat terug: “Doe ff normaal man, plek zat hier, of wat??” Kom er niet achter hoe de familiebanden precies liggen, maar de gasten blijven en het gepruttel ook.
Op één of andere manier is de vroege ochtend het moment om de grenzen weer even duidelijk te stellen. Bij voorkeur van vijf tot zes; het moment waarop wij blij zijn dat we nog een uurtje kunnen tukken.

Moet nadenken over wat ik aan de lijn hang. Pluis is perfect nestmateriaal en als het niet aan de trui zat, dan is dat na een grondige hak- en verzamelbeurt van de kauwen wel het geval! En laat ook geen sok ongeknijperd; die verdwijnt in z’n geheel als kauwen-baby-dekbed in het nest.
Soms strooi ik Ché z’n voer hier en daar neer; iets doen voor je eten kan geen kwaad.
De kauwenfamilie heeft het allang door (in tegenstelling tot Ché…), zij scoren brok na brok op de plekken waar Ché even niet is!
Denk niet dat ze ooit verhuizen! De schoorstenen op de daken van de buren geven, naast een prima nestelplaats, perfect zicht op de omgeving.

Tot… twee weken terug het drama zich voltrok!! In het kader van broodnodige energiebesparing gebeurt er nogal wat op (oa) daken. Dakpannen worden verwijdert en nutteloze schoorstenen ontmanteld.

Te laat ontdekken de werklui de nesten met ongeborenen en rest hen slechts één ding: afvoeren!! In trieste stilte kijken alle kauwen-ouders toe hoe het nageslacht achteloos wordt weggesmeten! Ik zie het gebeuren en in stilte lijd ik met hen mee!!
In één dag is het kauwen-bolwerk van minstens twee decennia met het dak gelijk gemaakt!
’s Avonds brand ik een paar kaarsjes…

Maar, een eigenschap van de kauw die ik nog niet had benoemd, is opportunisme!! Het rouwen van kauwen duurt niet lang. Er is werk aan de winkel!
Zorgen voor nageslacht is essentieel voor het voortbestaan van de kauw, dus op zoek naar nieuwe nestelplaatsen… liefst in de buurt… want daar is het vertrouwd… Ziedaar! Vier prachtige vergaarbakken hangen te hangen aan de achtergevel van Ché’s huis!

Kat in het bakkie, oftewel kauw in het bakkie!!
Verheugd over zoveel woonpotentieel, kunnen ze hun geluk niet op! Takken, mos, stenen, sokken, pluis, álles komt van pas. De nieuwe huizen zijn diep, dus plempen die hap!
Mijn meerouwen-met-de-kauwen is snel verdwenen! Potverdorie! Bij de eerste en beste regenbui dondert het water niet in de goot, maar naar beneden!!

En zo ontstaat er een felle strijd!
Takkezooi erin en plempen… takkezooi eruit en afdekken met gaas!
Gaas eruit, takkezooi erin en plempen… takkezooi eruit en afdekken!!
We worden bekogeld, want zij waren eerst!

“Niet dus!”, bries ik naar boven, “Opzouten!!”
Het voelt dubbel, ik snap ze! Maar al zou ik het gutsende water voor lief nemen, de kauwenkinderen zouden keer op keer verzuipen in hun vergaarbak-nest!
Probeer het uit te leggen, maar spreek helaas geen ‘kauws’.


Jeanette

“Dat heb ik óók!”

Het fysiek; altijd dankbaar onderwerp! En veilig! Want neuzelen over welke kwaal ook, leidt de aandacht af van échte sores, waarover we het liever even niet hebben. Het ‘rondje fysiek’ doorspekt het gesprek vanaf een bepaalde leeftijd.
Uitzonderingen daargelaten; helaas moeten zij vele jaren hun ‘rondje’ ontberen. Ze zijn gewoon te vroeg met hun fysieke sores!
Uitzonderingen zijn vaak de lul.
Eén geluk: als je als ‘uitzondering’ tijd van leven hebt, komt het goed!

Het begint onschuldig.
De eerste rimpels, een kleine verzakking hier of daar, ongewenste stijfheidjes die zich op verkeerde momenten manifesteren! Het is te behappen vóór we aan de borrel toe zijn.
Maar met het stijgen der jaren, domineert het fysiek vaak het gesprek en zorgt “Dat heb ik óók!” ervoor dat onderwerpen tot op medicijn-niveau worden uitgediept!
‘Me too’ is een verbindende factor, maar vaak buitengewoon irritant!
Dat-heb-ik-ook laat de eerste inbrenger van de kwaal in de kou staan!
Want nummer twee lijdt hetzelfde euvel in overtreffende trap. En voor je het weet wordt er opgeboden!
Ik wacht altijd op “bingo!”: de állerergste, de meest trieste of gruwelijkste kwaal, waardoor iedereen stilvalt!

Arme, gezonde oudere! Buitengesloten van enig gemeenschappelijk leed, moet hij het rondje uitzitten. Wanhopig probeert hij z’n likdoorn als ernstig belemmerend in te brengen… tevergeefs. Wanneer de likdoorn niet wordt veroorzaakt door invaliderende teen- of voetstand, blijft hij buitenstaander.
De uitzondering, gewoon te laat! Maar wie weet, als hij tijd van leven heeft…
Want dat wil je toch; ergens bij horen! De gemene deler delen.

Werd je vroeger gepest vanwege je gebrek, nu is het ontbreken daarvan een dingetje.
Faken is de oplossing! Verzin een lekkere kwaal, brei er een verhaal omheen en stort je in het rondje fysiek!!
Alertheid is overigens geboden; nergens zoveel ‘medische kennis’ als tijdens het kwalenuurtje!

Ik weet weer even hoe het gaat. Gekrukt ben je een wandelende kwaal, waarop iedereen naar hartenlust zijn of haar ‘me-too-met-krukken’ botviert!
— en als het niet ‘me’ is, dan wel ‘she’ of ‘he’ of kennissen daarvan —
Gelukkig is het tijdelijk en kan ik straks weer meedoen in de alledaagse rondjes ‘dat-heb-ik-ook!’

Jeanette